Demo-project ‘Veel geblaat maar (te) weinig wol’

Partners van dit ADLO-project zijn vzw Vlaamse Schapenhouderij (coördinator), de Katholieke Hogeschool Kempen (KHK) en DGZ.

Directe doelstellingen van het project

  • De wol en haar kwaliteits-, managements-, dierenwelzijns-, diergezondheidsaspecten onder de aandacht van schapenhouders brengen;
  • De houders van kleine herkauwers via enquêtes en bedrijfsbezoeken betrekken bij de problematiek.
  • In kaart brengen welke soorten vachttypes er bestaan en welke keuze kan worden gemaakt in functie van beheer. Bij extensief beheer kan best gekozen worden voor rassen die minder kans op myiasis geven, zoals bv. zelfruiende schapen of haarschapen;
  • Demonstreren dat door een goede opvolging van de vachtkwaliteit (raskeuze, bevuilingsgraad, moment van scheren, preventieve behandeling tegen myiasis en/of schurft enz.) de bedrijfsverliezen kunnen worden beperkt en de rendabiliteit van de bedrijven kan worden opgekrikt;
  • Demonstreren van de verschillende scheeraspecten (tijdstip, achterhand scheren, lammeren scheren…) en de foktechnische en bedrijfseconomische gevolgen daarvan;
  • Creëren van een platform voor discussie, overleg en openheid rond het thema ‘wol en huid’ in de schapenhouderij.


Indirecte doelstellingen van het project

  • Reductie of een meer gerichte keuze van diergeneesmiddelen, meer specifiek ter preventie van ectoparasieten, zoals myiasis en schurft;
  • Informeren en benadrukken van de wachttijden (om ectoparasieten te behandelen), wat het risico op residuen moet verlagen, wat dan weer een gunstige impact heeft op de volksgezondheid;
  • Door het bespreken van verschillende scheertechnieken tonen dat tijd en kosten kunnen worden bespaard.

Inhoudelijk richt het project zich op:

  • De wolproductie en -kwaliteit;
  • Het scheren als bedrijfsmanagementstool nl. het scheren bij het opstallen, het scheren van lammeren en het scheren van de achterhand vóór het dekseizoen;
  • De relatie wol/dierenwelzijn;
  • Belang, preventie en bestrijding van huidparasieten en huidaandoeningen.

Op vlak van diergezondheid zal aandacht gegeven worden aan de problematiek van myasis. Myasis is veruit de belangrijkste parasitaire huidaandoening en de frequentie van voorkomen is hoog (> 60%). Andere huidparasieten waar aandacht aan besteed zal worden, zijn wolschurft en pootschurft, maar ook luizen en luisvliegen. Daarnaast zal de aandacht ook gaan naar wolrot.